vrijdag, juli 15, 2005

Est - Adrian Verbree

Terwijl ik eigenlijk voor een ander boek in de boekhandel kwam (namelijk Leiderschap in de stijl van de Heer van Ajith Fernando - maar die recensie volgt later pas) stuitte ik op een stapeltje exemplaren van Est van Adrian Verbree.



Ik wist het dat de speciale uitgave was van de CLK ter gelegenheid van de boekenweek 2005. Alle reden om het te lezen, het lukte precies in één treinreis.
Est is een boekje met een interessant thema dat lekker wegleest, maar toch net té weinig diepgang heeft om echt te boeien. Het valt ook niet mee om een verhaal in nog geen 100 pagina's te proppen, maar ik zie denk ik toch te weinig aanzetten voor een écht goed verhaal.



Wat een meevaller was, was dat ik het boek las op een snikhete dag. Een lange droge zomer is een belangrijk element in dit boek. De hitte zindert van de pagina's, en als je dan zelf ook zit te puffen en te zweten voel je wat Verbree probeert te beschrijven. Dit boek in de winter lezen zal een heel andere sensatie geven.

De hoofdpersoon is een bijna gesjeesde student kunstgeschiedenis, die in een voor hem vreemd dorpje in het huis van vrienden probeert te herstellen van pfeiffer. Ondertussen is hij verliefd op medestudente Jolinde en ontwikkelt hij een vriendschap met de in het dorp wonende, maar door de dorpsbewoners 'uitgestote' Eva. In het dorp gebeurt iets vreemds, behalve de eindeloze zomer: op het ene na het andere huis verschijnt het woord "est". Naar de betekenis daarvan wordt door het hele verhaal heen gezocht. Ondertussen komt de strijd van Harmen met zijn ouders aan bod, de visie van Harmen, Eva en Jolinde op de kerk en de afkeer van hypocrisie en naamchristenen. Ook de sociale spanningen in het dorp worden beschreven.

Hier en daar is Verbree wat slordig in het schrijven. Bijvoorbeeld: op pagina 7 verzucht Harmen dat hij nog geen studiepunt heeft gehaald. Op pagina 11 verzucht hij het weer. Maar we wisten het al, hoewel het er staat als een nieuwtje.
Hier en daar mis ik wat. Bijvoorbeeld: Harmen en Jolinde studeren kunstgeschiedenis. Af en toe wordt de schilder Willink aangehaald, om de sfeer in het dorp te beschrijven. Maar één van de thema's is de eindtijd, de wederkomst. Waarom niet al in het verhaal d.m.v. schilderijen hiernaar verwezen? In een andere recensie lees ik dat Verbree Belcampo als voorbeeld heeft. Eerlijk gezegd moest ik bij dit boek ook aan Belcamp denken, en aan andere schrijvers die op één of andere manier de wederkomst beschrijven (zoals Vestdijk in De kellner en de levenden). Verbree schrijft een heel ander verhaal, maar je ziet er wel elementen van terug.

Concluderend: was het dan zo erg? Nee, eigenlijk niet. Het is een heel aardig boekje om te lezen. Hoewel de thema's er naar zijn, wordt het nergens een streekroman. Verbree weet je te boeien, hij schrijft vlot naar het einde toe. Ik heb mij prima vermaakt met dit boek.

sneuper

Geen opmerkingen: